Tot hier de overdadige interjecties. Maar laten we wel wezen: er zijn dus volumes die onzichtbaar zijn hoewel we zeker weten dat ze er zijn, ze zijn gemeten. Dan volgt het onnavolgbare antwoord van de onderzoeker die wil dat zijn interpretaties passen bij de metingen. “Zie je wel, het bestaat”. Dat wil zeggen dat er altijd iets tussenin te brengen is. Het zou de grootste opgave van de mensheid kunnen zijn: het plagen van het ik. Het openhouden van de ongeziene ruimtes tussen zijn en worden.